Spelregels
BADMINTONVERENIGING     DOAK
(de hoogte van het net is 1,524 meter in het midden en 1,55 meter aan de randen)

Begin van de wedstrijd.
Voor de aanvang van de wedstrijd loten de beide tegenstanders.
De winnaar van de loting heeft het recht:
-de eerste service wel of niet te doen.
-de speelhelft te kiezen.
De verliezer van de loting krijgt daarmee de keus tussen elke overgebleven mogelijkheid.
In de tweede en derde game van een wedstrijd mag die partij het eerst serveren die de voorgaande game heeft gewonnen.
Enkelspel.
De service wordt overeenkomstig het eigen aantal punten bij een stand van 0, 2, 4, 6... vanuit het rechterserveervak geslagen, bij een oneven stand vanuit het linkerserveervak. De service moet altijd in het diagonaal tegenoverliggende serveervak worden geslagen. De tegenstander moet in dit vak staan.


Dubbelspel.
Voor de aanvang van de game beslissen de spelers wie als eerste gaat serveren c.q. ontvangen. De service wordt altijd in het diagonaal tegenoverliggende serveervak geslagen. De speler van een partij blijft net zo lang serveren totdat zijn partij een fout maakt. Na elk punt wisselt de serveerder van serveervak. De ontvangende spelers behouden het voor hun puntenachterstand overeenkomstige serveervak.
Let op: bij het begin van een set en na elke servicewissel wordt de volgende service altijd vanuit het rechterserveervak geslagen. Dus: de speler die bij de aanvang van een set serveert, wisselt zoals bij het enkelspel als volgt van serveervak: 0, 2, 4, 6... rechterserveervak: 1, 3, 5... linkerserveervak. Zijn partner doet dit in omgekeerde volgorde. De ontvangende partij gaat steeds op het serveervak staan dat met hun stand overeenkomt.

Fouten.
Er is sprake van een fout als:
Een deel van de shuttle bevindt zich bij de service boven het middel van de serveerder.
Beide voeten van de serveerder of ontvanger bevinden zich niet binnen het serveervak.
Het racketblad bevindt zich bij de service niet duidelijk onder de hand van de serveerder.
De shuttle valt na de service zonder dat de tegenstander hem heeft aangeraakt buiten het serveervak op de grond.
De shuttle komt buiten het speelveld terecht of wordt onder het net door geslagen.
Een speler raakt tijdens de wedstrijd met zijn lichaam de shuttle of het net aan.
Een speler raakt tijdens de wedstrijd met zijn racket het net aan.
De shuttle raakt bij de service het plafond (hoogte van de hal meer dan 8 m; anders opnieuw serveren).
De shuttle wordt tijdens de wedstrijd tegen het plafond of een ander voorwerp buiten het speelveld geslagen.
Een speler probeert zijn tegenstander te misleiden of te hinderen.
Een speler vertraagt op reglementair ongeoorloofde wijze de wedstrijd.

Er mag opnieuw worden geserveerd wanneer:
- De ontvangende partij nog niet klaarstond
- Niet duidelijk is of de shuttle in of uit was
- Er van buitenaf wordt gehinderd.

Algemeen
.
Er is geen sprake van een fout wanneer de shuttle tijdens een rally of bij een service het net raakt en toch reglementair in het speelveld valt. Grenslijnen horen altijd bij het desbetreffende speelveld.

Telling.
In het kort: Best of three games tot 21 bij alle speldiciplines, met een verschil van 2 punten per game. Als het verschil van 2 punten nog niet bereikt is bij een stand van 29-29, dan is het 30e punt het winnende punt. De service gaat over wanneer de serveerder niet scoort.
In het dubbelspel heeft een duo slechts één servicebeurt.
Als men oneven staat, serveert men links, als men even staat, rechts.
Je wisselt alleen om naar het andere servicevak, als je een punt maakt terwijl je service had. (dame staat rechts bij even en links bij oneven aantal punten gaat dus niet meer op)
Zowel serveerder als ontvanger kan scoren.
Een partij wordt gespeeld om 2 gewonnen games.
Bij een eventueel 3e set wordt er van speelhelft gewisseld, zodra één der partijen 11 punten heeft gescoord